Svalbard, koude kusten in Pomori-taal. Mijn mooiste plekje op aarde. Tot twee keer toe mocht ik daar exposeren, zelfs ‘n keer eind van de winter, toen de zon zich nog maar een uurtje per dag boven de horizon waagde en alles, letterlijk alles hemelsblauw kleurde. Met, om 12 uur, gouden bergtopstipjes in dat kortstondige, gouden zonlicht. Voor de rest stilte, stilte en leegte. En ruimte, waarin je niets bent en je daardoor alleen maar prettiger voelt. Spitsbergen is het enige stukje écht poolgebied dat eenvoudig te bereiken is. Desnoods in nog geen 24 uur. Je vertrekt s’morgens op een beschaafde tijd vanuit Amsterdam naar Oslo, stapt daar over naar Tromso en daar weer over op de nachtvlucht naar Longyear, voluit Longyearbyen geheten. Letterlijk vertaald: de gebouwen van meneer Longyear; een over-actieve, overjarige Amerikaan die hier als eerste serieus steenkool begon te winnen. Na de eerste sledehondentocht over het poolijs ben je voorgoed verkocht ! Spitsbergen is subliem.